Op 1 januari 2023 schuift van der Starre het eerder bedachte vijfjarenplan voor een geleidelijke ommezwaai aan de kant en zet in één keer de grote stap, de stap naar 100% chemievrije bestrijding. De kast met chemische bestrijdingsmiddelen wordt leeggeruimd. Vanaf 1 januari werkt het bedrijf alleen nog met plantversterkende middelen, om ziekten en plagen te voorkomen en met milieuvriendelijke middelen én nuttige insecten, om ziekten en plagen te bestrijden. Alleen bij een extreme uitbraak van ziekten en plagen wil het bedrijf nog een ‘groen middel’ inzetten, maar liever niet. Deze kunnen immers ook licht schadelijk zijn.
Joost van der Starre: ‘het kan’
Donderdag 6 juli, een half jaar na deze grote stap, organiseert CLM vanuit het project Bee Deals een bezoek aan Joost van der Starre in Boskoop, op één van de zes locaties van het in totaal 17 hectare grote bedrijf. Zijn hoofdscout Gianluca Calabrò is er ook bij. Verder zijn aanwezig Margreet Boer en Marcel van der Veen van de gemeente Alphen aan de Rijn, en Hans Reijngoud, kwaliteitsmanager groen bij Intratuin. Gemeente en Intratuin ondersteunen het Bee Deals project waarin uiteenlopende partijen in vaak verrassende combinaties samenwerken aaneen betere leefomgeving voor bijen (www.beedeals.nl).
Nu we een half jaar chemievrij ziekten en plagen bestrijden durf ik wel te zeggen: ja, het kan’, zegt Joost van der Starre. Hij licht toe dat het familiebedrijf sinds de start in 1982 altijd al een actief milieubeleid heeft gevoerd. In 1994 ontving het bedrijf de tuinbouwmilieuprijs ‘De Zilveren Wesp’, omdat het al voor elkaar had dat al het water binnen het bedrijf werd hergebruikt en er geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen konden uitspoelen naar het oppervlaktewater. In 2006 viel het bedrijf opnieuw in de prijzen vanwege zijn vooruitstrevende milieubeleid.
Het bedrijf gebruikte al enige jaren geen chemische bestrijdingsmiddelen in de vermeerdering, maar wilde ook in de teelt niet meer afhankelijk zijn van chemie. Op 1 januari 2023 hakte het bedrijf definitief de knoop door en koos voor 100% chemievrije bestrijding.
Monitoring door CLM
Vanuit de Bee Deal Boskoop monitoren medewerkers van CLM insecten bij van der Starre. Belangrijke vraag is of de keuze voor chemievrije bestrijding van ziekten en plagen ook leidt tot een toename aan verrassende natuurlijke en nuttige insectensoorten.
Voorafgaand en tijdens het uitvoeren van een tweede meetronde gaat het gesprek tussen de aanwezigen over hoe de ondernemer in zijn teelt ziekten en plagen chemievrij kan voorkomen en bestrijden, en waar hij mee te maken krijgt als hij vervolgens zijn planten op de markt brengt.
Hans Reijngoud van Intratuin geeft aan de term ‘chemievrij’ nog lastig te vinden. Ook als een ondernemer zelf geen middelen inzet, kunnen er bij controles toch middelen gevonden worden. ‘Vanuit de omgeving kunnen er toch stoffen op de plant terecht komen. Zo vinden wij ook stoffen in het regenwater, waarvan aangetoond kan worden dat de kwekers deze stoffen niet hebben toegepast. Het grondwater is een mogelijke route. Daarnaast worden er ook chemische middelen gebruikt voor het ontsmetten van de potten. Chemievrij telen is echt heel lastig.’
Joost van der Starre licht toe dat de controles op de planten die hij op de markt brengt inderdaad streng zijn. Voor het certificaat MPS Product Proof zijn er 6x per jaar controles. Hij staat er echter voor in dat hij zelf geen chemische bestrijdingsmiddelen inzet en heeft het certificaat, op één keer na, gehaald.
MPS Product Proof
Voor Intratuin is MPS Product Proof nu het belangrijkste certificaat. Joost van der Starre vertelt dat hij vanaf 1 januari pilot kweker is voor de ontwikkeling van een zwaarder certificaat met als voorlopige werknaam MPS natural protected. De eisen waar een kweker aan zal moeten voldoen zijn nog in ontwikkeling. De ervaringen op de vier pilot bedrijven zullen daar een belangrijke rol in gaan spelen.
Biologische teelt heeft Joost van der Starre ook overwogen, maar het SKAL-certificaat is voor hem nog niet haalbaar. ‘Er zijn nog maar weinig biologische meststoffen op de markt’, licht van der Starre toe. ‘Ook speelt mee dat de beoordeling voor SKAL niet in alle Europese landen even streng is. In Nederland is deze bijvoorbeeld strenger dan in Duitsland.’ Hans Reijngoud beaamt dat de strenge regelgeving niet bevorderlijk is voor een groeiend aandeel biologische sierplanten in Nederland. ‘Bij de verkoop van sierplanten, zonder inzet van chemie door de kweker zelf, komt het aan op een goede communicatie naar de consument’, vervolgt Reijngoud. ‘Planten in de winkel zien er minder eenvormig uit, er kan een takje scheef zitten, een gaatje in het blad en er kunnen nog wat beestjes opzitten. Hoe reageert de klant daarop?’ Hij legt uit dat een marketingteam nu onderzoekt hoe klanten met cartoons en duidelijke uitleg kunnen worden geïnformeerd en worden gemotiveerd om planten gekweekt met een natuurlijke uitstraling (en dus soms met een beestje) ook daadwerkelijk te kopen.
De groep gaat naar buiten, aan het werk om insecten te monitoren. Annemarie Dekker en Jacco Vrijlandt van CLM lichten toe vooral te kijken naar soorten die van nature in de omgeving voorkomen. Waar chemische bestrijding achterwege blijft, zullen natuurlijke soorten vanuit de omgeving ook vaker op het bedrijf verblijven.
Geoefend oog
Gianluca Calabrò, hoofdscout op het klimplantenbedrijf, heeft een zeer geoefend oog voor plaagsoorten en natuurlijke bestrijders. Hij bewaakt dan ook de balans tussen beide groepen. Hij vertelt dat zijn werk het afgelopen half jaar sterk is veranderd: vanaf de start van de chemievrije teelt ziet hij een toename aan insecten, met name luizen, trips en springstaarten, maar ook cicades. Deze soorten kunnen schade toebrengen aan de planten, waardoor deze achterblijven in de groei en/of beschadingen oploopt en mogelijk niet geschikt zijn voor de verkoop. ‘Je wilt voorkomen dat er veel planten uitvallen en moeten worden weggegooid door schade. Dan ben je ook weer niet duurzaam bezig’, licht Joost van der Starre toe.
Intensieve klus
Om planten sterker te maken en ziekten en plagen voor te zijn, zet het bedrijf biostimulanten in. Ook gaat bij de selectie van klimplanten de voorkeur uit naar soorten die een hogere resistentie hebben. Maar ook dan heb je te maken met plaaginsecten. Voor de bestrijding daarvan maakt het bedrijf gebruik van natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes, sluipwespen en galmuggen. Hoofdtaak voor Gianluca Calabrò is om wekelijks alle vakken met planten te checken op zowel plaaginsecten als natuurlijke vijanden. Ziet hij dat op een plek de luizen toenemen, terwijl er maar weinig lieveheersbeestjes, sluipwespen, galmuggen of andere luizeneters aanwezig zijn, dan trekt hij bij Joost van der Starre aan de bel. ‘Het komt eropaan om steeds de balans te bewaken en steeds op tijd te handelen. We kiezen er dan voor om nieuwe natuurlijke bestrijders uit te zetten, om de plaagdruk te verlagen’, vertelt Calabrò.
‘Maar we hebben geen nultolerantie tegen luizen. Er moet voer zijn voor de natuurlijke bestrijders, anders kunnen zij hier niet leven en hun werk doen’, vervolgt hij. Van der Starre valt hem bij: ‘Ja, we zitten er echt heel dicht bovenop. Het is heel intensief, maar het kan wel.’
De volgende generatie
‘Kanttekening bij deze manier van werken is dat deze voor ons tot nu toe duurder uitpakt. We zijn nog maar een half jaar bezig en kunnen hopelijk nog efficiënter gaan werken.’ Calabrò vult aan dat je kunt proberen op bankerplanten voer te bieden aan bijvoorbeeld sluipwespen en op die manier ook kan zorgen voor de kweek van volgende generaties sluipwespen op het eigen bedrijf.
Tijdens de monitoring blijkt dat natuurlijke vijanden zoals bessenzweefvliegen en lieveheersbeestjes op het bedrijf al werken aan de volgende generatie.
Eerlijk product met duidelijk verhaal
Reijngoud vindt het fantastisch mooi om te zien hoe van der Starre en Calabrò samenwerken met de natuur. In de markt zou hij graag meer samen op willen trekken met kwekers en verkopers. ‘Als consumenten klaar zijn voor natuurlijk gekweekte sierplanten, misschien tegen een hogere prijs, maar wel een eerlijk product met een duidelijk verhaal, dan moeten we dat kunnen bieden met elkaar.’ Hij vervolgt: ‘Het is wel belangrijk dat er een gelijk speelveld komt, waarbij ieder zich aan dezelfde afspraken committeert.’
De exacte resultaten van de insectenmonitoring zullen in een korte notitie worden opgenomen en met van der Starre en Calabrò worden gedeeld.
Annemarie Dekker, CLM, 14 juli 2023